Zoek dit woord op in WikiWoordenboek

Lengte (meetkunde)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De lengte en breedte van een rechthoek

Lengte is de grootste afmeting van een object (de grootste afstand tussen twee punten van dat object). In het geval van een eendimensionaal object, zoals een lijnstuk, is het ook de enige afmeting. Voor langwerpige tweedimensionale en driedimensionale objecten heet de betreffende richting de lengterichting, ook aangeduid als overlangs. Bij een tweedimensionaal object heet de richting loodrecht op de lengterichting de breedterichting, ook aangeduid als dwars of overdwars. De grootste afmeting in die richting heet de breedte. Voor driedimensionale objecten is er ook nog een derde afmeting. De gebruikte termen voor de drie afmetingen variëren, ook afhankelijk van de oriëntatie. Men spreekt bijvoorbeeld ook van dikte, hoogte en diepte.

Relativiteit[bewerken | brontekst bewerken]

Volgens de speciale relativiteitstheorie van 1905 is lengte geen vaste eigenschap van een star voorwerp. Hetzelfde object kan in verschillende inertiaalstelsels verschillende lengtes (en andere afmetingen) hebben. Het gaat hierbij niet om gezichtsbedrog, maar om echte, meetbare lengtes.

Gehanteerde lengtematen[bewerken | brontekst bewerken]

In de fysieke ruimte wordt lengte gemeten in een bepaalde eenheid. Wereldwijd zijn de eenheden van het metrieke stelsel het meest in gebruik. De basiseenheid daarin is de meter.

In voornamelijk Angelsaksische landen landen wordt het imperiale stelsel gehanteerd, met mile (mijl), yard, foot (voet) en inch.

In de zeevaart en de luchtvaart gebruikt men de zeemijl, opgedeeld in tien stukken, kabellengtes genaamd.

In de astronomie gebruikt men voor de zeer grote afstanden de astronomische eenheid, de parsec en het lichtjaar.

Voor zeer kleine afmetingen wordt nog soms de verouderde en afgeraden eenheid ångström gehanteerd.

In de wiskunde wordt gewerkt met dimensieloze grootheden en hoeft er geen lengte-eenheid te worden gedefinieerd.

Oude lengtematen[bewerken | brontekst bewerken]

Onder meer in Nederland hanteerde men voor de invoering van het metrieke stelsel lengtematen als voorling, roede, vadem of vaam, el, voet en duim.

In het Verenigd Koninkrijk kende men als oude lengtematen onder meer de furlong (voorling) en de fathom (vadem).

De Kelten en Germanen hadden de woedensspanne, de spanbreedte tussen uitgestrekte duim en wijsvinger.

De Romeinen kenden de Romeinse mijl, in Nederland aangetroffen op Romeinse mijlpalen langs wegen uit die tijd. Andere lengtematen waren digitus (kootje), palmus (handpalm), pes (voet) en passus (pas of paslengte).

Lengte bij een speciale metriek[bewerken | brontekst bewerken]

Bij een speciale metriek kan het begrip lengte, zelfs in het eendimensionale geval de lengte van een lijnstuk, problematisch zijn. De afstand van het begin tot het eind is dan niet te interpreteren als de lengte van een kortste route die de som is van de lengtes van delen van de route. Dit doet zich bijvoorbeeld voor bij een ultrametriek, want de hele route zou niet langer zijn dan het langste van de delen.

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]